Bakstenen met Domtorenpuin

De Domtoren in Utrecht staat in de steigers voor een grootscheepse renovatie. Een groot deel van het puin dat vrijkomt bij die opknapbeurt wordt door bouwmaterialenproducent Wienerberger, New Horizon en Brokkenmákers verwerkt in één miljoen circulaire bakstenen die hun plek krijgen in duurzame Utrechtse wijken Merwede en Cartesiusdriehoek. Hiermee krijgt het materiaal naast economische waarde ook een krachtig cultuurhistorisch en circulair verhaal.

Rob van Lith, manager circulaire samenwerking bij urban miner New Horizon, zegt dat het idee om puin van de Domtoren in bakstenen te verwerken de ideefase ver voorbij is. De stenen gaan binnenkort bij Wienerberger in productie. Daar ging wel het nodige onderzoek aan vooraf.

“Even voor de goede orde. Normaal gesproken verdwijnt puin – ook wanneer het afkomstig is van een monumentaal bouwwerk als de Domtoren – als vulmiddel onder bijvoorbeeld snelwegen. Dat vonden Hylke Faber en Mirjam Schmull van circulair adviesbureau Brokkenmákers te gek voor woorden.”

Domtoren Utrecht New Horizon
Het vrijgekomen puin van de Domtoren wordt verwerkt tot circulaire bakstenen.

Weggooien is oliedom
Brokkenmáker Faber zegt daarover: “Weggooien is oliedom, hoogwaardig hergebruik steengoed. Dat is wat wij als circulaire doeners willen aantonen en zichtbaar maken. Onder andere in het project ‘Van Dom tot steengoed’ waarin we al het restmateriaal van de Domtorenrestauratie willen herbestemmen. We maken er producten met een verhaal van, voor burgers en bedrijven: bankjes in de openbare ruimte, een kunstwerk in het Máximapark en een heus onderwaterrif in de Singel ter bevordering van het onderwaterleven. Van alle verkopen gaat een percentage van de opbrengst naar Stichting Utrechts eigenDom die fondsen werft voor de verlichting van de Domtoren.

In New Horizon vonden we onze droompartner voor een circulair bouwproduct. Op hun initiatief werd een samenwerking met Wienerberger op poten gezet met als doel de mogelijkheid te onderzoeken om het Dompuin een andere, circulaire bestemming te geven.”

Brokkenmákers noemen zichzelf lange termijndenkers en -doeners die de brokken van de huidige (lineaire) economie máken en werken aan een toekomstbestendige circulaire economie en wereld. “We combineren circulaire kennis, creatieve daadkracht en lef om te proberen en pionieren. Werkt plan A niet, dan proberen we plan B. We werken graag samen met organisaties die het verschil maken en mensen willen inspireren. Om duurzame keuzes en structurele impact te maken. Van brókkenmaker naar Brokkenmáker, want samen máken we de brokken.”

Domsteen Brokkenmakers New Horizon
V.L.N.R.: Hylke Faber, Mirjam Schmull (beiden Brokkenmákers) en Rob van Lith (New Horizon)

Geschikt maken
De stenen met Dompuin zijn overigens nog niet gebakken. “We hebben met Wienerberger afgesproken dat wij de grondstoffen geschikt gaan maken voor hun productieproces”, zegt Van Lith. “De afgelopen periode heeft aannemer Nico de Bont de renovatie gedaan van de Dom. Het puin dat daarbij vrijkwam is getransporteerd naar onze productielocatie in Zaandam waar we het puin verkleind hebben tot poeder. Dat poeder wordt op zijn beurt bijgemengd bij het productieproces van Wienerberger zodra de keuze van steen gemaakt wordt.”

De Domsteen wordt gebakken in de steenfabriek van Wienerberger in Bemmel in een breed pallet aan kleuren. Aan dat productieproces wordt 7 procent circulair Dommateriaal toegevoegd én 20 procent Urban Mining- materiaal. “Dat percentage is door de kwaliteitsmanager van Wienerberger proefondervindelijk vastgesteld”, weet de man van New Horizon. “Je kunt 27 procent toeslagmateriaal bijmengen zonder dat het een negatief effect heeft op de kwaliteit van de steen.”

Product met een verhaal
Het gaat volgens Van Lith dus ook om het sentiment en het idee dat de nieuwe wijken worden opgetrokken in bakstenen waarin materiaal van de Domtoren verwerkt is. “Het is een product met een verhaal. De waarde zit in het verhaal vertellen dat het puin niet als afval bestempeld wordt, maar in nieuwe huizen terechtkomt. Die impact is veel groter dan de werkelijke circulaire waarde van het percentage secundaire materiaaltoeslagstof.

Dergelijk initiatieven kunnen in principe op meer plekken in het land genomen worden. Als de omvang groot genoeg is en geen schadelijke stoffen als asbest bevat gaat dat zeker lukken. Sterker nog, we gaan binnenkort een steenfabriek minen op een plek die ik nog niet mag noemen. Die fabriek is een begrip geweest in die regio en het zou heel mooi zijn als ook dat materiaal in de woonwijk komt die daar gebouwd gaat worden.”

BRON: Bouwwereld door Peter de Winter

Terug naar actueel overzicht