Een onaantastbare waarheid: een waarheid die vaststaat, waar je niet aan mag komen. Een heilig huisje. Ooit tot stand gekomen. Maar staat het er nog terecht? En wat gebeurt er als je tegen zo’n heilig huisje schopt? Laat staan afbreekt? Welke ruimte komt dan vrij?
Aan de hand van vijf vragen bespreekt Michel Baars in deze editie van Heilige Huisjes in de Bouw welk Heilig Huisje volgens hem verandering in de sector afremt. Michel gaat in op wat onze wereld onverbiddelijk eist en hoe slecht bouwbedrijven in staat zijn om daar adequaat op te reageren. Hij is onverkort duidelijk in zijn analyse en deelt de ene rake klap na de andere uit. Met groot begrip van én voor de sector. Maar hoe goed verklaarbaar de status quo ook is, het adagium blijft: “Doe mee of sterf uit!”
Welk Heilig Huisje signaleer jij dat verandering of innovatie in de bouw vertraagt? Wat maakt dat huisje zo heilig?
Het adaptief vermogen van de bouwbedrijven is veel te laag. Dat is geen verwijt, maar een constatering en het gevolg van de manier waarop de maatschappij deze bedrijven heeft gevormd. Ze hebben bizar lage winstmarges en kunnen zich dus geen fouten permitteren. Dat maakt dat in deze bedrijven vooral risico’s worden gemeden en karakterrollen (Belbin) werkzaam zijn die gericht zijn op consequent repeteren en probleemgericht beoordelen van processen (waar zitten de fouten en de risico’s?). Dat maakt ook dat er dus niet in waarden wordt gedacht, maar in kosten. Dan gaat het fout, want Circulaire economie (de enige winnende strategie) gaat over nieuwe waarden (!).
Circulariteit is de enige winnende strategie omdat juist circulariteit problemen van de huidige (bouw)economie ondervangt: kostprijsbeheersing en beschikbaarheid van bouwmaterialen. De inprijzing van CO2 zal onherroepelijk een prijsopdrijvend effect hebben. Circulariteit is de enige uitweg voor dat effect. Hetzelfde geldt voor beschikbaarheid van bouwmaterialen: we hebben nu al last van schaarste en dat zal alleen maar toenemen. Circulariteit dempt de schaarste substantieel.
En op een hoger abstractieniveau is het helemaal een no-brainer. We hebben te maken met een klimaatcrisis: als we het niet circulair doen dan verzuipen we over een aantal decennia. Kortom: circulair is de enige winnende strategie. We kunnen niet anders. De vraag is alleen hoe snel we het ingeregeld krijgen.
Het besturingssysteem van grote organisaties is niet geschikt voor de snelheid waarmee omstandigheden veranderen en ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, robotisering en circulariteit elkaar opvolgen en versterken (exponentieel en dan 3x). Laatste observatie is dat de bouw echt koploper is in het verschuilen achter ’the Circle of blame’. Teksten als ‘opdrachtgevers vragen er niet om’, ‘hier willen onze klanten niet voor betalen’, ‘wij willen wel maar onze partners hebben hier geen ervaring mee’… maken dat partijen elkaar jarenlang aan zitten te staren en niemand de verantwoordelijkheid neemt voor de eerste stap.
Dat huisje is ook zo heilig omdat we ons focussen op de minderheid die het anders ziet. Als het gaat over duurzaamheid is het slechts een minderheid die dat echt overtuigd opneemt in hun bedrijfsvoering, in uitvragen aan en aanbod naar de markt. De duurzaamheidsrevolutie heeft bewezen dat ze wel enorm draagvlak binnen de eigen peer-group kunnen creëren maar daarbuiten ontbrak de argumentatie. Dan blijft alles groen binnen het toch al groene. De brug slaan naar het niet-groene is tot dusverre niet gelukt. Gelukkig komen er steeds meer concepten die duurzaamheid als vanzelfsprekend in hun propositie hebben, zonder in te boeten op voor klanten andere belangrijke aspecten. Zo vindt duurzaamheid alsnog zijn weg binnen niet- of minder duurzame klanten.
Hoe groot is het effect van dat Heilig Huisje op vooruitgang en innovatie?
Dat effect is echt groot. Het is bovendien erg hardnekkig. Ik ben een optimistisch mens, maar ik zie hier echt een groot dilemma. Dit is door de sector niet zomaar op te lossen. Het gat tussen wat er kan en wat er wordt gedaan, wordt iedere dag groter. Er zullen sectoren zijn die buitenspel komen te staan, omdat het gat groot genoeg is voor nieuwe intreders die de markt gaan pakken vanuit ‘native’ vernieuwend gedrag.
Welke kansen zie je voor de sector als dat Heilig Huisje niet in de weg zou staan?
Wanneer heilige huisjes afbreken e/o nieuwe intreders de gaten in de markt gaan opvullen, is het circulaire economisch model het vanzelfsprekende alternatief. Er ontstaat dan een zeer breed scala aan kansen. Meervoudige winst is het resultaat van een circulaire economie. Dat ligt voor het oprapen. Winst voor de onderneming, winst voor het milieu, winst voor de medewerkers, winst voor de maatschappij.
Daarbij verandert de context ook nog eens massief en snel: robotisering, digitalisering en circulariteit veroveren de wereld. Het is simpel: je kunt binnen die context niet blijven doen wat je deed. Dat geldt bijvoorbeeld voor banken, gebouwbeheerders maar dus ook voor de bouw. De rollen zijn daar dan ook al aan het veranderen. Voorheen bepaalden opdrachtgevers (institutioneel beleggers, corporaties en projectontwikkelaars) met hun plan van eisen welke materialen gebruikt moesten worden. De beïnvloedingskracht verschuift echter snel naar eigenaren van resources (i.c. grondstof en arbeid). Dus als (circulair) aanbieder bepaal jij steeds meer in welk project bijvoorbeeld beton komt en niet die belegger. Dat is een trend die niet aflatend zijn werk zal blijven doen.
Wat is de eerste noodzakelijke stap om dat Heilig Huisje af te breken?
Pijn doen. Er moeten nieuwe toetreders komen. Dit is van binnenuit niet meer op te lossen. De gedachte overheerst namelijk dat ‘niet meedoen’ een alternatief is. Dat is niet zo. Niet meedoen is veel risicovoller dan meedoen en beheersbare risico’s lopen. De transitie naar een circulaire economie in essentie: “DOE MEE OF STERF UIT”!
De overheid moet hier niet de regierol pakken. De overheid is per definitie geen koploper en moet zich dus ook absoluut niet als dusdanig opstellen. Dat staat namelijk haaks op het menselijk dna van de overheid én op hun taakstelling. In feite kijken we naar een wielerwedstrijd met een peloton waar een ieder zijn functie heeft. De functie van de overheid is die van bezemwagen. Ze zouden het bij die rol moeten houden en bovenal die rol beter uit moeten voeren. Die verbetering zit met name in het feit dat ze meer naar de koplopers zouden moeten kijken om te bepalen hoe snel ze zelf als bezemwagen moeten bewegen. Nu kijken ze naar de achterkant van het peloton om hun eigen snelheid te bepalen. Zo raakt de overheid achterop en gaan er veel resources naar het in stand houden van de verliezers.
Overigens is er wel een belangrijk verschil met de gang van zaken in een echt wielerpeloton. In een wielerwedstrijd zijn de koplopers degenen die voor de individuele winst gaan. New Horizon en andere koplopers zorgen echter dat ze steeds in het zicht van de koplopers blijven, zodat het peloton zich daaraan op kan trekken. Een koploper in de bouw is een partij die helpt het peloton te versnellen. Ook vanuit dat perspectief is het belangrijk dat de overheid zijn rol als bezemwagen naar behoren uit gaat voeren. Er zijn afvallers: laat die dan ook afvallen en rem het peloton niet af door iedereen te willen behouden.
Op welke termijn hebben we dat Heilig Huisje afgebroken dan wel grondig verbouwd?
Binnen 3-5 jaar. Als je nu een foto maakt van ‘de circulariteit in NL’ dan staat in die foto geen beeld van de digitalisering en robotisering. Het effect van die twee dominante thema’s op circulariteit wordt echter zwaar onderschat. Robotisering, digitalisering en circulariteit vertonen alle drie een exponentiële groei. Die komen meer en meer samen en zullen elkaar dan alleen maar versterken. Een heel concreet en praktisch voorbeeld: als het ontspijkeren en verlijmen van eerder gebruikte bouwmaterialen gerobotiseerd gebeurt, ontstaat in één klap een snelheid en volume dat concurreert met nu gangbare nieuwe materialen. In die zin ben ik dus hoopvol over de (nu nog onzichtbare) stand van circulariteit in Nederland. We zijn verder dan we nu kunnen zien. Die nieuwe toetreders zullen er komen en dat zal pijn doen: precies wat we nodig hebben om de heilige huisjes af te breken.